Terug naar overzicht "onderzoek"

Leren vasthouden aan herinneringen

Datum

woensdag, juni 12, 2013

Onderzoekers

J.Willems

Download

Dit onderzoeksverslag is geschreven in opdracht van het Zeeuws Kollektief voor Haptonomie. Het Zeeuws Kollektief voor Haptonomie heeft gesignaleerd dat het rouwproces van nabestaanden van verkeersslachtoffers langer duurt en heftiger is ten opzichte van nabestaanden van een persoon die aan een andere doodsoorzaak is overleden. Om nabestaanden goed te begeleiden in het rouwproces heeft het Zeeuws Kollektief opdracht gegeven om de veerkracht van ouders te onderzoeken. 
De onderzoeksvraag luidt als volgt: 
Hoe zie je de veerkracht terug in de doorleving van het rouwproces bij een ouder van een meerderjarig verkeersslachtoffer in Zeeland?

Om tot goede deelvragen en topics te komen, is er literatuurverkenning gedaan op verschillende gebieden. Er is onderzocht hoe het rouwproces in de literatuur omschreven wordt, wat veerkracht inhoudt en welke maatschappelijke steun ouders bijdraagt om door het rouwproces heen te gaan. Uit de literatuurverkenning zijn de volgende deelvragen gedestilleerd:
- Wat zijn belangrijke kenmerken tijdens het rouwproces na het verlies door een verkeersongeval?
- Welke ondersteuningen zijn kenmerkend voor de bevordering van het rouwproces?
- Welke kenmerken kunnen het rouwproces belemmeren?
- Welke maatschappelijke steun bevorderd het doorleven van het rouwproces?

Om de onderzoeksvraag en deelvragen te kunnen beantwoorden is er voor gekozen om diepte interviews af te nemen bij acht ouders die een meerderjarig kind verloren hebben door een verkeersongeval. Alleen zij kunnen vertellen hoe zij door dit rouwproces heen gekomen zijn, wat bij droeg en wat juist niet. Omdat het een gevoelig onderwerp is, is er tussen ouders en onderzoeker vooraf aan het eigenlijke interview een kennismaking geweest. Op die manier konden ouders beoordelen of zij zich voldoende op hun gemak voelden om hun verhaal te vertellen. Dit was echter niet bij elke ouder nodig. Uit de interviews is naar voren gekomen dat ouders nog steeds veel steun ervaren om over hun kind te mogen praten met anderen. Op die manier blijft de herinnering aan hun kind levendig. Zes van de acht ouders hebben aangegeven ook veel steun te putten uit spiritualiteit of geloof. Het geloof dat zij hun kind nog eens terug zullen zien, geeft hen ongelooflijk veel steun. Een belangrijke conclusie is dat ouders van een verongelukt kind, zich niet kunnen vinden in de rouwtaken. Hun conclusie is dat er geen handboek voor dit rouwproces is of hoe om te gaan met dit verdriet. 
Een van de belangrijkste aanbevelingen is dat er een contactpersoon binnen de rechtbank moet komen, die ouders kan begeleiden tijdens de rechtszaak na het ongeval. Ouders worden steeds geconfronteerd met de tegenpartij die zich in het gelijk wil stellen. Dit kan soms erg pijnlijk zijn voor ouders en daardoor kan woede of wrok het rouwproces in de weg staan. Goede begeleiding tijdens het proces is daarom essentieel.